November
Maori
Een op de zeven Kiwi’s is officieel een Maori. De meesten wonen op het Noordereiland en sommige dorpen zijn grotendeels Maori. Echter een echte omschrijving of definitie van wat je Maori maakt, is er niet. Dit wordt niet bepaald door ras, geloof, geboorte of wonen in een specifieke regio. Het dichtst bij komt, dat je deelnemer bent aan een lokale cultuur en dat er ergens ietsje Maori in je genen zit. Er zijn in NZ dus mensen die er volstrekt westers en blank uitzien en zichzelf aals Maori beschouwen. Officieel mag iedereen die voor 1/16 Maori in de bloedlijn heeft zich Maori noemen maar ook dat is een discussiepunt. Er is ook geen onderscheid in half bloed of gemengd, je bent in dit land Maori, Pākehā (witte Kiwi of Europeaan) of Aziaat. Wel is het zo, dat in de burgerlijke stand en ook in de computer bij de huisarts “je afkomst” wordt genoteerd. Dus waar in Nederland onderscheid naar ras, geloof of “nationaliteit bij geboorte” wettelijk niet vermeldt mag worden, gebeurt dat hier wel en heeft dat ook consequenties voor uitkeringen en andere potjes.
De Maori hebben een vorm van mystiek natuurgeloof met geesten (hun voorouders) en een indeling in heilige en niet heilige plaatsen. Ze hebben hun eigen rituelen en brengen hun cultuur alleen van mond op mond over. Ze hebben in de meeste dorpen een soort gemeenschapshuis waar alle samenkomsten worden gehouden over alles wat te vieren is, besproken moet worden en ook om te rouwen. Gemeenschapszin is de grootste gemeenschappelijke deler, naast het spreken van de eigen taal. Er is ook een Maori TV Channel waarop voornamelijk een soort volksdansen is te zien met zingende volslanke dames en heren van middelbare leeftijd in rieten rokjes en veel variaties op de Haka. Als je je zelf door het leven gerijpt en ervaren voelt dan kun je als vrouw vervolgens ook een tatoeage op je kin zetten als statement van je cultuur. Verder zijn sommige Maori’s weer georganiseerd in stammen en staat aan het hoofd een echte koning of koningin. Er zijn echter ook weer christelijke Maori’s en Maori’s met een blanke teint en blauwe ogen. Het begrip Maori is in mijn ogen uniek en kent in de wereld geen vergelijk met name omdat men hier zelf de definitie zo open en hybride houdt.
Rond 1300 zouden de allereerste Maori zich vanaf de Pacific Islands hier op NZ hebben gevestigd en hebben daar dus de meeste verwantschap mee. Een Maori heeft dus meer gemeen met een Hawaiaan dan met een Aboriginal die al duizenden jaren langer in Australië zitten en daar geheel gemarginaliseerd en onzichtbaar zijn. De eerste Maori brachten honden en ratten mee en vervolgens stierven er gelijk al diverse diersoorten uit op dit eiland die voorheen geen natuurlijke vijand hadden. (Dat Europese schuldgevoel over de Dodo verdampt bij wat hier toen verder nog is uitgestorven.) De Nederlander Abel Tasman zeilde als eerste officieel in 1643 een paar dagen voor de westkust van het Zuidereiland maar nadat een verkenningsroeibootje aangevallen was door wat Maori’s, vertrok Abel snel nadat hij het wel overigens nog wel eerst Nieuw Zeeland had genoemd. In 1769 kwam er pas een meer permanente kolonie onder James Cook en in 1840 sloten de Engelsen en de Maori uiteindelijk een vredesovereenkomst.
Deze overeenkomst is tot op de dag van vandaag nog steeds een punt van discussie en komt minstens 1 keer per week op het nieuws nog eens voorbij. Deze staat namelijk centraal voor hoe de Engelsen de Maori aan de kant hebben geschoven en symboliseert de genoegdoening en compensatie voor geconfisqueerde stukken land die hier anno nu (en de komende decennia) hot topics zijn. De Maori zijn sociaal economisch nooit zo gegroeid als de Pākehā omdat ze tot aan de jaren 80 bewust werden achtergesteld en zodoende is er dus ook meer criminaliteit en armoede onder de Maori. Sindsdien heeft de regering de Maori Cultuur omarmd en is deze gaan stimuleren. Er zijn vele projecten, potjes met geld en sociale instellingen welke ze van alle kanten ondersteunen en proberen hun achterstand te laten inlopen. Dat sommige wit uitziende Kiwi’s zich zelfzelf ook nadrukkelijk Maori noemen heeft waarschijnlijk te maken met het feit dat een ieder graag een bepaalde culturele identiteit heeft en de uit Europa geïmporteerde Kiwi dit helaas moet ontberen. Daarnaast gaat de Maori -mentaliteit probleemloos over in de vrijbuiter en hippiecultuur die ook op dit eiland nog duidelijk heerst.
Wat echter in Nederland compleet vloeken in de kerk zou zijn, is het feit dat een Maori medisch anders behandeld wordt dan een Pākehā. Officieel staat hier in de richtlijn Keelontsteking dat een Maori tussen de 2 en 35 jaar bij keelontsteking altijd met antibiotica moet worden behandeld in afwachting van de uitslag van zijn keelkweek. Dit omdat de meeste Maori door socio-economische achterstanden eerder een complicatie van een keelontsteking kunnen krijgen. Of dit ook een genetische oorzaak heeft, is niet duidelijk maar het maakt het hele beleid tijdens het spreekuur toch wel even anders. Vanzelfsprekend zijn de richtlijnen geen wet maar het wordt wel een lastige discussie met de blonde en blakende 18 jarige welke zich zelf Maori beschouwt en 1 dag keelpijn heeft om geen AB voor te schrijven als ze dit vraagt. Stel je voor dat we in Den Haag alleen bij inwoners van de Schilderswijk met keelpijn antibiotica gaan voorschrijven met als bepalend punt de postcode. Overigens zie ik ook regelmatig volbloed (vreselijk woord maar vooruit) Maori’s op het spreekuur die begeleid worden door zeer zachtaardige en vriendelijke maatschappelijk werkers van Maori-origine (z’on geldpotje dus). Deze moeten dan waarborgen dat de Maori zijn controles niet mist en zijn tabletten niet verwaarloosd en doen vaak het halve woord voor de patiënt. Toch is er in dit soort paternalistische situaties altijd nog meer goed werk te doen dan in een Nederlands consult met een “streetwise medelander” die heel duidelijk zijn eigen mening heeft. Je mag als dokter overigens ook niet zo maar het hoofd van een Maori aanraken, dat moet je dat vooraf vragen want het hoofd is heilig. Gelukkig hoef je als dokter ze dan weer niet te begroeten door de neuzen tegen elkaar te houden.
De Cervixpoliep
De praktijkorganisatie ligt hier mijlen ver van de Nederlandse. Wat mij het meest opvalt, is dat er helaas geen enkele vorm van structureel overleg is tussen de diverse disciplines in de praktijk. Iedereen doet overdag zijn eigen werk, er is wel een manager maar deze heeft slechts een facilitaire taak en weet weinig van huisartsgeneeskunde af net als de "admin" welke slechts de post openmaakt, afrekent en telefoontjes door zet. Daarnaast gaat de NP compleet haar eigen gang en houdt na telefonische triage, een zelf ingevuld spreekuur en vraagt alleen incidenteel advies of een handtekening voor een receptje antibiotica. Zodoende wordt er ook slecht samengewerkt door onwetendheid of iets is niet echt patiëntvriendelijk, maar patiënt en personeel ervaren dat hier blijkbaar niet zo. Maar helaas een betweterige Nederlandse huisarts verbaast zich dagelijks over het gebrek aan teamsport.
Een voorbeeld:
De Marlborough Sounds zijn een fjordachtig landschap ten noorden van Blenheim met veel afgelegen schiereilandjes. Er wonen ook mensen uit de praktijk midden in dit afgelegen gebied. Ruwweg de helft van deze bewoners woont zelf niet aan een weg maar moet met de eigen boot, van en naar huis. Er zijn kinderen, die in dit gebied die ‘s morgens eerst met de jetski en daarna met de bus naar school gaan.
Op een zekere morgen zat een ietwat oudere dame bij mij op spreekuur. Ze was drie uur onderweg geweest, deels met de watertaxi. Twee weken eerder had de NP een cervixpoliep (goedaardig wratje) gezien bij het uitstrijkje waarvan de uitslag overigens goed was. Volgens de kennis en kunde van de NP moet de patiënte dan daarna ook door de dokter worden beoordeeld of behandeld, want dat valt technisch buiten haar jurisdictie. Helaas, kan ik tijdens mijn spreekuur in de agenda vooraf niet zien wat de bezoekreden van de patiënt is, dus ben je onvoorbereid totdat de patiënt vertelt waarvoor hij/zij komt. Het tweede improvisatiemoment doet zich dan voor als blijkt dat er geen gynaecologisch materiaal op de kamers is. Dus bij de NP op de kamer ernaast het bureaulampje gehaald wat dienst moet doen als onderzoekslamp. Vervolgens daarna op zoek in de praktijk naar een afdraaitang. Deze was in het hele pand niet aanwezig, dus maar noodgedwongen een gewone naaldvoerder gepakt. Enfin, na 5 minuten door de praktijk te hebben gestruind om alle benodigdheden te verzamelen heb ik ook de zuster er bij gesleept, want we hebben hier rekening te houden het fenomeen van de “Chaperon”.
Dit houdt in, dat de dokter aan iedere vrouw (en man) welke aan de “intieme delen” wordt onderzocht in principe vraagt of men extra begeleiding (in de vorm van een zuster) wenst tijdens het onderzoek. Bij een keuring voor een levensverzekering staat er soms zelfs een zuster stand-by die ingeroepen kan worden als de dokter het in NZ hierbij benodigde borstonderzoek moet doen. Ook zag ik eens, een brief van een oncologische vrouwelijke mammachirurge, die expliciet vermeldde dat de patiënte geen Chaperon nodig had en ook een uroloog had een keer een Chaperonweigering vermeld bij een rectaal toucher in een brief. De redenen voor het Chaperon ritueel laat ik buiten beschouwing maar het heeft niks te maken met in de hand mogen knijpen als het even pijn doet. Blijkbaar hebben zich hier in het verleden hele andere pijnlijke gebeurtenissen voorgedaan.
Dus uiteindelijk met speculum, de verkeerde tang maar met de zuster erbij, de poliep opgespoord. Blijkt er slechts een gering 2 mm klein poliepje op de baarmoedermond te zitten, dat het afdraaien niet waard is en technisch vrijwel onmogelijk. Aan de patiënte toch maar medegedeeld dat de (fake) operatie geslaagd was en controle geadviseerd over 1 jaar. Het praktische en efficiënte Nederland is dan even ver weg. Want als de assistente bij een uitstrijkje iets vreemds zag, dan werd ter plekke de dokter geroepen, keken we samen en met de aanwezige juiste spullen en werd alles in 1 keer afgehandeld. Het feit dat ik veel dingen met Nederland vergelijk is meestal niet ten voordele van NZ maar ik kan het verschil ook niet negeren en niet laten.
Details bij de foto's
- Op de foto van de balie is op de achtergrond een kluisdeur te zien. De praktijk is gevestigd in een voormalig bankgebouw en achter de dikke kluisdeur wordt het papieren archief bewaard.
- Op de spreekkamers is geen chirurgisch materiaal aanwezig, op de detailfoto van het bed is de bureaulamp op de grond te zien welke uit de andere kamer is gehaald. Frappant genoeg gebruiken ze ook geen oorspuit of oogboor in de praktijk.
-De crackers en kaasjes onder het vliegennet zijn de snacks die morgens om koffietijd door de eventuele artsenvertegenwoordigers worden meegebracht. Dat deze dan weer geen fles wijn meebrengt, is naar mijn mening een gemiste kans.